CAMPUSBEIAARD
EEN UNIEK GESCHENK
In 1961 wordt bekend dat de derde Nederlandse technische universiteit zal worden gevestigd op het landgoed Drienerlo. De beiaardier van Enschede, Dick van Wilgenburg, zoekt op dat moment al enige tijd een nieuwe bestemming voor tien klokken dat sinds 1950 buiten gebruik zijn. Het zijn de tien kleinste klokken die in 1929 door Gillett & Johnston uit Croydon (Engeland) voor het carillon in de toren van de Grote Kerk werden gegoten. In 1943 werden door de Duitse bezetter 32 van de 42 klokken tellende beiaard gevorderd.
Van Wilgenburg komt met het idee om de tien klokken op te nemen in een parkbeiaard op het terrein van de nieuwe Technische Hogeschool Twente (THT). Het voorstel wordt voorgelegd aan het gemeentebestuur van Enschede. Uiteindelijk besluit de Belangengemeenschap Twente / Oost-Gelderland (TOG) een volledig nieuwe beiaard aan de THT te schenken.
Op de plaats waar het carillon zou komen, staat dan nog een theehuis van de gewezen bezitters van het landgoed Drienerlo.
De klokkentoren is niet alleen een icoon, maar staat ook symbool voor de verbondenheid van de UT met de regio.
Aanvankelijk zijn er zelfs plannen om op deze plaats, een kleine heuvel in het park, een cultureel-geestelijk bezinningscentrum met carillon te bouwen, ontworpen door de bekende architect Gerrit Rietveld.
Met het oog op het ontwerp van de toren vindt op 14 februari 1964 in Utrecht een overleg plaats tussen Gerrit Rietveld en ir. Willem van Tijen, een van de twee hoofdarchitecten van de hogeschool, waarbij ook enkele vertegenwoordigers van de Koninklijke Klokkengieterij Eijsbouts uit Asten aanwezig zijn.
Rietveld bleek een voorkeur te hebben voor een eenvoudige gesloten cilinder om de rust van het park zo min mogelijk aan te tasten. Van Tijen had een toren als staalconstructie in gedachten. Leo van der Aa, destijds hoofdconstructeur bij Koninklijke Eijsbouts te Asten, vervaardigde op basis van dit overleg een eerste ontwerp voor een open achtkantige stalen constructie van ongeveer 21 meter hoog met een wenteltrap in het midden en bovenin de speelcabine. Dit eerste ontwerp werd daarna door het architectenbureau van Rietveld nog enigszins aangepast tot het uiteindelijke resultaat.
In 1964 giet Eijsbouts 49 klokken voor de THT. Daarbij zijn de tien kleine Gillett & Johnston uit de Grote Kerk omgesmolten en als klokspijs voor de nieuwe beiaard gebruikt. De toren wordt begin september vanuit Asten in twee grote delen per dekschuit naar Hengelo vervoerd. Met twee vrachtwagens van de Hengelose firma Van Wezel, voor een deel onder politiebegeleiding, wordt de toren vervolgens naar de campus gebracht. Het transport trekt onderweg heel wat bekijks!
Op de campus wordt het onderste deel door middel van ankerbouten aan de fundering vastgemaakt, waarna het tweede deel met behulp van een grote hijskraan er bovenop wordt gezet. Kort na het opstellen van de toren worden de klokken in de kroon van de toren gehangen.
Het cultureel-geestelijk bezinningscentrum is overigens nooit gerealiseerd, onder meer vanwege het overlijden van Gerrit Rietveld in juni 1964. Dick van Wilgenburg, de man die alles in gang had gezet, heeft de ingebruikname evenmin mogen meemaken. Hij overleed half augustus 1964.
Ingebruikname
Op 14 september 1964 openden koningin Juliana en prins Bernhard de Technische Hogeschool Twente. Tijdens de rondleiding van het koninklijk paar boden de burgemeesters van de Belangengemeenschap Twente/Oost-Gelderland het uitzonderlijke cadeau aan: een toren met een beiaard van 49 klokken, ter herinnering aan de gezamenlijke lobby van heel Oost-Nederland voor een hogeschool in deze regio. De grootste 30 klokken dragen ieder de naam van een schenkende gemeente en bovendien het jaartal 1964, het embleem van de schenkers, en een randversiering.
Karel Borghuis, stadsbeiaardier van Oldenzaal, verzorgde op deze dag de eerste feestelijke bespeling. Nadat hij aan de koningin is voorgesteld, beklimt hij de toren en begint zijn bespeling met het aloude “Gaudeamus Igitur”.
De vertegenwoordiger van de TOG-gemeenschap, oud-burgemeester van Eibergen Leo van Wensen, benadrukt bij de ingebruikname nog eens de groeiende band tussen de Hogeschool en haar omgeving:
“Moge de beiaard zijn harmonische klanken naar alle windstreken uitstrooien ten teken van de onderlinge verbondenheid van allen die samen de gemeenschap van de THT moeten dragen en tot een sterke en groeiende verbondenheid met streek en bevolking van Twente en Oost-Gelderland.”